Onteigening

Uw agrarisch eigendom moet verplicht worden verkocht ten behoeve van woningbouw, de aanleg van een bedrijventerrein of een weg, natuurontwikkeling, ontgronding etc.? 

Binnen het Nederlands recht zijn afspraken gemaakt over onteigeningsprocedures en schadeloosstelling. Zo kan grond slechts dan onteigend worden als het algemeen belang ermee is gediend. En de gemeente moet de grond via een minnelijke regeling proberen te verwerven.

Het is belangrijk om altijd en tijdig bezwaar te maken tegen het ter visie gelegde onteigeningsplan. De agrarisch VBO-makelaar kan u bij de bezwaarprocedures en de minnelijke onteigening begeleiden. Hij of zij zal uw bezit op waarde weten te taxeren om tijdens de onderhandelingen tot een zo gunstig mogelijke financiële regeling te komen.

Is het niet tot een minnelijke schikking gekomen, dan zal gerechtelijke onteigening volgen. De VBO-makelaar kan u ook in dit traject ondersteunen. Samen met deskundige onteigeningsjuristen wordt een goede inschatting gemaakt van uw slagingskans in de onteigeningsprocedure.

De overheid is verplicht om de kosten voor deskundige bijstand te vergoeden als u voldoet aan de dubbele redelijkheidtoets. Dit betekent in de praktijk dat er gewoonlijk geen kosten zijn verbonden aan het inschakelen van een adviseur in een minnelijke of gerechtelijke onteigening.

Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg)

Uw gemeente vestigt de Wet voorkeursrecht gemeenten op uw onroerend goed. Vaak wordt deze wet toegepast bij uitbreidingsplannen die in de nabije toekomst zullen plaatsvinden. Dat betekent dat u de grond bij verkoop eerst moet aanbieden aan de gemeente. Wat zijn de gevolgen van het niet meer vrijelijk kunnen verkopen van uw grond en opstallen? De agrarisch VBO-makelaar kan samen met u kijken hoe verstrekkend de gevolgen in uw situatie zijn en wat voor u reële verkoopprijzen zijn.

Schadeloosstelling 

Ook indien u niet onteigend wordt, kunt u schade of hinder ondervinden als gevolg van overheidsbesluiten. De agrarisch VBO-makelaar kan u begeleiden bij procedures voor nadeelcompensatie en/of planschade. Uitgangspunt hierbij is dat de schadeloosstelling minimaal zo groot is als de waarde van het bezit. Daarbij worden ook zaken als waardevermindering van het bezit en andere bijkomende kosten als verhuiskosten of inkomensschade meegenomen. U kunt tot vijf jaar na het schadeveroorzakende besluit een claim indienen.